Elke interviewkandidaat doet wel een uitspraak die mij aan het denken zet. Dat deel ik met je in de blogserie #mooigezegd. Vandaag: Mundo Resink over het voor-wat-hoort-wat principe.

“De volgende keer koken wij”, hoor ik mezelf zeggen na een etentje met vrienden. Het doet me denken aan een uitspraak van Mundo Resink, die ik in 2017 interviewde over zijn zoektocht naar de betekenis van geld. “Ons leven staat bol van de meetbare transacties”, vertelde Mundo. “Ongemerkt denken we constant volgens het voor-wat-hoort-wat principe. Hoe vaak zeg jij: ‘De volgende keer betaal ik’, ‘Kan ik nog wat meenemen’, of ‘Nu is het mijn beurt om een biertje te halen’? We zijn zo bezig met die balans, dat we vergeten hoe het is om gewoon te leven.”

Door zonder geld te leven, merkte Mundo hoe sterk geld in zijn systeem zat

Ik sprak Mundo in 2017 omdat hij toen tien maanden zonder geld had geleefd. Hij knipte zijn pinpas door en reisde naar Schotland om daar te schrijven en te fotograferen. Hij sliep er bij vrienden of kennissen maar belde ook wel eens bij wildvreemden aan voor een overnachting. Door zonder geld te leven, merkte Mundo hoe sterk geld toch in zijn systeem zat. “Ik had geen geld om mensen te betalen voor het eten, de lift of de slaapplaats die ze me gaven, maar de drang om te betalen bleef. Als ik ergens binnenkwam had ik mijn jas nauwelijks uit of ik bood al aan om iets terug te doen in ruil voor mijn verblijf. Op een gegeven moment zeiden mensen tegen me: ‘Als jij per sé nu iets voor ons wilt doen, kunnen we wel wat verzinnen. Maar het is op dit moment echt niet nodig.’”

Die ervaring leerde Mundo om te durven wachten. “Als je dat voor-wat-hoort-wat principe loslaat, ontstaat er vanzelf een keer een verlangen om de ander iets te geven. Niet omdat je wat van hem hebt gekregen en wat terug wil doen, of omdat je er zelf wat voor terug wilt. Maar gewoon, omdat je graag wilt geven. Of omdat de ander om hulp vraagt.”

Natuurlijk, dat voor-wat-hoort-wat principe slaat ook wel ergens op. Als iemand jou trakteert, geef je hem ook een keer een drankje terug. Niets mis mee, wel zo netjes. Maar ik merk ook dat ik die drang naar balans net wat vaker los kan laten sinds ik Mundo heb gesproken, en dat is fijn. Want onze vrienden koken niet voor ons omdat ze een maaltijd terug verwachten, maar omdat ze het leuk vinden om voor ons te koken en met ons te eten. Daar staat geen verplichting tegenover en zo moet het ook niet voelen. Eigenlijk geldt dat voor bijna alles wat je krijgt. Tegelijkertijd is het ook heel heel leuk om anderen wat te geven. Mundo: “Geven vanuit je eigen verlangen is veel leuker en waardevoller dan ruilen omdat je nu eenmaal wat terug moet geven.” Mee eens!

Het hele interview met Mundo lees je hier.

Meer verhalen lezen van mensen die bijzondere levenskeuzes maken? Volg Trant op Facebook of Twitter of schrijf je in voor de nieuwsbrief.